Kerkelijke gebouwen

De kleine dorpsgemeenschap van Besoyen was omstreeks 1608-1609, toen de Reformatie ten zuiden van de rivier de Maas kwam, direct al actief. Tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) was het rustig in de regio. Er werd
niet of nauwelijks gevochten door de Spanjaarden en de opstandelingen van de Republiek. Men had daarom de mogelijkheid zich te richten op andere zaken, zoals de vorming van een eigen kerkelijke gemeente en de bouw van een kerkgebouw met pastorie.

Kerkgebouw

De kleine protestantse gemeente van Besoyen was voortvarend. Op 15 april 1610 werd door vooraanstaande burgers een contract getekend, ‘omme te timmeren ende te bouwen een kercke, daer een seecker bequame plaetse toe te becomen.’ De heer van Besoyen stond voor zesentachtig gulden en tien stuivers grond af voor de nieuw te bouwen kerk. Een bedrag dat hij overigens in 1613 weer terugbetaald kreeg van de dorpsgemeenschap.

Op 21 juni 1610 sloten kerkrentmeesters Aert Peterz. van Andel en Joost Adriaensz. Vloots een contract af met aannemer Symon Lowijsen van der Bilt om een kerk en een pastorie te bouwen.

We noemen enkele punten uit het contract:

  • De kerk moet zesenzestig bij eenenveertig voet worden, een voet van elf ‘duymen’
  • Het fundament zes voet diep
  • De stenen tweeënhalve ‘grote vorm’
  • Dikte van de muren drie voet
  • In de zuidenmuur drie ramen en de noordenmuur twee ramen plus in beide muren een half raam
  • De dwarsbalken in de kerk moesten van goed vierkant ‘eyckenhout’ zijn
  • In de kerk een ‘predikstoel’ met trap en ook een ‘luycke’ boven de stoel (klankbord)

Deze preekstoel werd opgemetseld in zuidwestelijke hoek van de kerk. De stenen preekstoel is in 1717 vervangen door een houten kansel, die in 1774 werd verplaatst naar de huidige positie. Daarmee kwam symbolisch èn letterlijk het Woord centraal te staan in de
kerkdiensten. De kerk van Besoyen is een rechthoekige zaalkerk met een houten tongewelf en heeft een torentje met spits op het dak. De spits moest worden bekleed met zink of lood. Het uurwerk werd door de schoolmeester van Drongelen geschilderd en verguld; hij ontvingmhiervoor negen gulden en zeven stuivers. Evert Vos uit Geertruidenberg vervaardigde de luidklok voor 63 gulden.

Het kerkgebouw van Besoyen was in de wijde omtrek de eerste kerk die was gebouwd als reformatorisch godshuis. Dat betekende dat er bijvoorbeeld geen beelden in de kerk waren en er geen liturgisch centrum was. Onder grote belangstelling uit de naburige Hollandse
dorpen werd er op 8 mei 1611 een eerste dienst gehouden, naar ‘gereformeerde trant’. Deze dienst werd geleid door dominee Cornelis Hanecop. Hij was de eerste predikant van Besoyen en diende tegelijkertijd ook de gemeente van het naburige Sprang. Helaas is de eerste predikatie niet bewaard gebleven. Wel weten we dat Hanecop er een beloning van vier gulden en veertien stuivers voor kreeg.

De bouw van kerk en pastorie – die omstreeks dezelfde tijd gereed kwamen – ging de financiële draagkracht van de kleine kerkelijke gemeente ver te boven. De kosten waren vijfenvijftigduizend gulden en dat geld was niet voorhanden. Om de schuldenlast van de nieuwe kerk te verminderen, stuurde de schout van Besoyen kerkrentmeester A.A. van Andel met de nodige potten boter als smeermiddel het land in. Hij moest door verkoop van boter en het binnenhalen van giften de hoogste nood lenigen. De opdracht bleek echter niet zonder gevaar: tijdens zijn tocht door de zuidelijke Nederlanden belandde de kerkrentmeester in Antwerpen in de gevangenis.

Tussen 1611 en 1615 moesten de bouwlieden wachten op hun welverdiende loon, maar met de verkregen giften en plaatselijke omslagen (soort belasting) lukte het in 1615 alle schulden af te lossen.

In 1621 kwam er een einde aan het Twaalfjarig Bestand en laaide de oorlog tussen de Spanjaarden en de opstandelingen uit de Republiek weer op, maar de inwoners die de gereformeerde leer aanhingen, verloren de moed niet. Ze waren gelouterd door eerdere rampspoeden van de Tachtigjarige Oorlog en verstonden het ‘ora et labora’ (Latijn voor ‘bid en werk’) volkomen. Vol vertrouwen stelden de gemeenteleden hun hoop op de almachtige God die hen niet zou verlaten, en ook nu zou helpen.

Tussen 1630-1637 heeft de gemeente veel last van de strijdende troepen. De kerk werd gevorderd om er soldaten te herbergen. Daarbij werden de banken vernield. De schade aan kerk en pastorie was groot. In de jaren 1672-1674 vonden er weer plunderingen plaats in de regio, maar nu door de Franse troepen.

In 1770 verkeerden de kerk en de pastorie in een zeer slechte staat. De kerktoren stond op instorten en restauratie was noodzakelijk. Na ellenlange besprekingen met het dorpsbestuur kon de restauratie beginnen. In 1774 was deze gereed. In het jaar 1802 kreeg de
kerk een nieuwe luidklok.

In oude bronnen is te lezen dat tijdens het predikantschap van dominee R. van de Broek – ongeveer in 1803 – er nog een oud, half vergaan bord in de kerk hing waarop het volgende te lezen stond: ‘Memorie: Anno 1610 zoo is gebouwd de nieuwe kerke van Besoyen.
Kerkrentmeesters Arend Pietersz. van Andel en Joost Adriaensz. Vloots. Den eersten steen is gelegd bij Klaas Thonissen van Andel en Dirk Joosten Vloots zonen van beide kerkrentmeesters. Den eersten predikatie in de voorgeschreven kerk is gedaan op den 8 mei 1611 door Cornelis Hanecop. Anno 1620 toen het bord vervaardigd is.’ Helaas is genoemd bord verloren gegaan.

In het jaar 1840 woedde in Besoyen een zware brand. De kerk bleef wonder boven wonder behouden, maar de pastorie en zes huizen brandden geheel af; zelfs een brandspuit ging in vlammen op. De schade aan de pastorie bleek vierduizend gulden. De kerkenraad
was van mening dat de pastorie ook behouden had kunnen worden als de brandweer beter gehandeld had. De pastorie werd nog hetzelfde jaar herbouwd; voor de predikant werd tijdens de werkzaamheden onderdak gevonden bij een geloofsgenoot in Waalwijk.

In het jaar 1880 werd de kerk weer ingrijpend gerestaureerd. Het dak was dermate slecht dat het op instorten stond. De afhandeling van deze restauratie ging traag, net als honderd jaar eerder het geval was. Dit kwam onder andere door financiële onenigheid. De laatste grote restauratie aan de kerk, waarbij onder andere het dak werd aangepakt, werd uitgevoerd in 1980-1981. Het was een gigantische klus, waarbij de versleten moerbalken vervangen moesten worden. De kerkdiensten werden tijdens deze restauratie gehouden
in de aula van het Willem van Oranje College dat toen gevestigd was aan de Floris V-laan.

Grafkapel

Het is niet helemaal bekend wanneer de ‘oude consistorie’ aan de kerk gebouwd is, maar vermoedelijk was dit tussen 1650 en 1658. In 1791 nam het dorpsbestuur deze grafkapel over van de heren van Besoyen. In het jaar 1868 kwam de kapel, die op dat moment als raadhuis van Besoyen diende, in bezit van de kerkelijke gemeente. Vanaf dat moment deed de ruimte dienst als consistorie en catechisatiekamer.

De oude consistorie is een achtkante, onderkelderde uitbouw met tentdak, op de hoeken door pilasters versterkt. De deuren die vanuit de kapel toegang geven tot de kerk zijn er van oorsprong altijd geweest. Zodoende kon men vanuit de kerk de grafkapel bereiken.
Later is de kapel ook van buitenaf toegankelijk gemaakt via een portaal dat is vastgemaakt aan de noordelijke muur.

Orgel

De tekst op het orgel vermeldt dat dit instrument in 1856 aan de gemeente werd geschonken door J. van der Loo. De bouwer van het orgel was J.J. Vollebrecht en Zn. uit ’s-Hertogenbosch.

Het orgel is geplaatst op een orgeltribune. Een deur op deze tribune geeft toegang tot een trap die leidt naar het gewelf boven de kerk waar loopbruggen, een gedeelte van het uurwerk en het klokmechanisme te vinden zijn.

In 1914 vindt de eerste reparatie aan het orgel plaats. In 1949 werd het orgeltrappen vervangen door een windmachine. Een grondige restauratie vindt plaats in 1956. Daarbij is het speelklavier verplaatst naar de rechterzijde. In 1973 hebben de orgelmakers K. Blank en zn. uit Herwijnen het orgel hersteld en in de oorspronkelijke staat teruggebracht. Eerdere uitbreidingen bleven daarbij wel gehandhaafd.

Pastorie

De huidige pastorie (Hollandsestraat 7) is gebouwd in 1962-1963. De oude pastorie werd in 1988 verbouwd tot een drietal appartementen.

Monument

De kerk (inclusief het orgel) en de oude pastorie zijn rijksmonument. Dat wil zeggen dat de onroerende onderdelen van de gebouwen en het historische interieur vallen onder de Monumentenwet van 1988. Bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed kan een subsidieaanvraag worden ingediend. Deze subsidie kan bij goedkeuring van de aanvraag momenteel een flinke lastenverlichting geven voor onze kerkelijke gemeente.

We mogen dankbaar zijn dat het monumentale kerkgebouw een plaats heeft in het midden van de gemeente. Het is een centrum van de verkondiging van het Evangelie en een plaats om God de Here te ontmoeten, tot opbouw van de gemeente.

Kleuterschool

In 1906 begon de diaconie een christelijke bewaarschool aan de Besoyensestraat. In het hoofdstuk over de geschiedenis van de hervormde gemeente gaan we hier dieper op in. De benedenverdieping van dit pand werd gebruikt als bewaarschool (kleuterschool), de bovenverdieping voor allerlei kerkelijke activiteiten. In 1969 is het pand verkocht. De school verhuisde naar een gloednieuw gebouw aan de Hollandsestraat. De gevelsteen van Besoyensestraat 3 herinnert voorbijgangers nog aan de oorspronkelijke functie van
het gebouw: ‘Laat de kinderkens tot mij komen en verhindert ze niet’.

Gemeentecentrum ‘De Rank’

‘De Rank’ werd gebouwd in 1970. Velen zullen zich nog herinneren dat daarmee een grote wens in vervulling ging. Allerlei gemeenteactiviteiten konden zo in een gebouw naast de kerk gehouden worden.
De verkoop van de oude bewaarschool aan de Besoyensestraat was een belangrijke bron van financiering voor het nieuwe gemeentecentrum. Daarnaast werden er veel acties georganiseerd om de bouw te kunnen bekostigen. We denken bijvoorbeeld aan de grote bazaar waarvoor met name de vrouwen uit de gemeente veel werk hebben verzet, aan de spaarkerkjes en aan de oud-papieractie. Deze laatste activiteit vindt ook anno 2011 nog steeds plaats voor exploitatie van ‘De Rank’.

Begraafplaats