Portretten gemeenteleden

 

Gemeenteleden anno 2011, over gemeenteleven en gemeente-zijn

image

Dhr. M. van Esch: “Het was een hele klus de financiën rond te krijgen”
Meneer Van Esch (1922) is sinds 1957 lid van de gemeente van Besoyen. “Door de verhuizing vanuit Sprang-Capelle kwamen we dichter bij de kerk in Besoyen te wonen en zijn we daar lid geworden. Ik ben er vanaf 1962 tot 1994 kerkvoogd geweest.” Dit betekent dat de restauraties van het kerkgebouw en de oude pastorie plaatsvonden in de tijd dat Van Esch medeverantwoordelijk was voor de financiën. “We hadden in die tijd te maken met het Rijk, de provincie en de gemeente. Op een gegeven moment was de staat van het kerkgebouw zo slecht dat er geen diensten meer gehouden mochten worden, dat was te gevaarlijk. Het was een hele klus om financiën voor de restauratie rond te krijgen. Het plan bij één van de restauraties was om de gevel aan de oostzijde ook te restaureren. Die aanvraag was bij de gemeente wel in orde, maar bij de provincie kregen we nul op het rekest. Daartegen hebben we toen een bezwaarschrift ingediend en uiteindelijk heeft de Raad van State uitspraak moeten doen. Maar we kregen nog steeds geen geld van de provincie. Gelukkig hebben we goede hulp gehad van het restauratiefonds van Monumentenzorg in Waalwijk.” Maar ook de gemeenteleden hebben veel gedaan om het benodigde geld voor de restauratie in te zamelen. “De restauraties zijn in fasen gedaan, het was anders niet te overzien. Vroeger waren er in de kerk klapstoelen om zoveel mogelijk zitplaatsen te creëren. Tijdens de dienst werden de zittingen van de kinderen goed vastgehouden, want ze klapten wel erg makkelijk… In 1975 zijn er banken geplaatst, en tijdens de restauratie van 1980-1981 is het dak van de kerk gerestaureerd en de oude consistorie. In 1993 is het torentje gerestaureerd. Het was heel wat om dat aan een kraan te zien hangen toen het weer teruggeplaatst is.” “Het spreekt mijn vrouw en mij aan dat de gemeente van Besoyen zo kleinschalig is. Iedereen kent elkaar, van verenigingen, en men kijkt naar elkaar om. De komst van De Rank zorgde ervoor dat mensen wat langer bleven napraten, wat ook prettig is.”


Dhr. C.M. Duijster: “Er kwamen kinderen uit de hele wijk naar de zondagsschool”
Meneer Duijster (1928) kwam in 1958 in Waalwijk wonen. Sinds die tijd leeft hij - samen met zijn vrouw - mee in de hervormde gemeente van Besoyen. Hij had verschillende taken, zoals leiding geven aan de knapenvereniging en de zondagsschool en het beheer van De Rank. De familie Duijster is daardoor erg bekend binnen de gemeente. “Van 1960 tot 1980 heb ik leiding gegeven bij de zondagsschool. Dat is zo’n bijzondere tijd geweest! Er kwamen toen wel honderd kinderen uit de hele wijk naar de zondagsschool, ook kinderen die niet ingeschreven stonden. De zondagsschool begon na de kerkdienst, in het gebouw van de kleuterschool in de Besoyensestraat. De kinderen leerden een psalm, we zongen samen en lazen een verhaal. In die tijd heb ik ook zelf heel veel geleerd door het vertellen van bijbelverhalen. Niet alle kinderen aan wie we zondagsschool hebben gegeven, zitten nu nog in de kerk. Je krijgt niet alles zichtbaar terug van je evangelisatiewerk, dat was in die tijd natuurlijk ook zo.” “In de tijd van dominee Sinke werd ons gemeentecentrum De Rank gebouwd. Het gebouw in de Besoyensestraat wat we gebruikten voor de gemeenteactiviteiten, was verouderd en dominee Sinke stond erop dat er een nieuw gemeentecentrum kwam. Toen dit gebouw er eenmaal stond, was er een beheerder nodig en daarvoor hebben ze mij gevraagd. Mijn vrouw en kinderen hielpen me vaak mee. Ook de opening moesten we verzorgen. Dat was wat, want we wisten nog niet hoe we een kopje weg moesten zetten! We hebben toen mensen uit de buurt gevraagd om ons te helpen en daar is een hele hechte groep ‘personeel’ uit ontstaan. Nu worden er nog wel verjaardagen in De Rank gevierd, maar in de begintijd moesten we hele diners organiseren! Daarnaast waren er ook nog de activiteiten van de gemeente, wat ervoor zorgde dat we uiteindelijk bijna elke avond bezet waren.” Meneer Duijster had op een gegeven moment wel zeven functies tegelijk en dat werd toch wat veel. Het beheer van De Rank en het werk voor de zondagsschool is overgenomen door anderen, maar meneer Duijster zien én horen we nog wel regelmatig bij zangvereniging Hallelujah waar hij al meer dan vijftig jaar lid van is.

image

Ali van den Hoven: “De bezoekers van de contactmiddag vormen een trouwe groep”
Ali van den Hoven (1939) hoort sinds haar geboorte bij de gemeente Besoyen. Vanaf 1974 is zij betrokken bij de contactmiddag. Deze activiteit vindt eenmaal per maand plaats voor mensen boven de 55 jaar. “Naast de financiën zorg ik ook voor een deel van invulling van de contactmiddag. We zingen met elkaar, er is een meditatie, hebben een koffiemoment en zorgen telkens voor een andere activiteit. Er is bijvoorbeeld een glasblazer geweest, diavoorstellingen, muziek. Het is soms best lastig om voor afwisseling te zorgen, maar ik kijk goed rond wat er in de omgeving gebeurt op dit gebied. Door de activiteiten horen mensen informatie uit de omgeving, of over onbekendere onderwerpen. Met kerst en aan het einde van het seizoen zorgen we voor een koffietafel. Gezamenlijk eten is een gezellige activiteit waarbij mensen ook meer van een maaltijd genieten dan wanneer ze alleen eten.” “Er komt een vaste groep naar de contactmiddagen. Elke maand zijn er zo’n 40 mensen. Het is dankbaar werk om me in te zetten voor deze activiteit, want mensen vinden het erg fijn om elkaar te ontmoeten. Gemeenteleden halen de mensen uit de buurt op wanneer ze niet zelfstandig kunnen komen. Wanneer we opmerken dat iemand een jubileum heeft of in het ziekenhuis ligt, gaan we op bezoek. Doordat de bezoekers van de contactmiddag een trouwe groep vormen, leeft men met elkaar mee.” “In de loop der jaren is er aan de invulling van de middag niet veel veranderd. Jaren terug was er wel een gezamenlijke dagreis, die georganiseerd werd door alle protestantse kerken uit Waalwijk. We gingen dan met wel drie volle bussen weg. Maar mensen hebben vooral behoefte aan onderling contact. Dat vinden leden in deze middagen. Er komen ook mensen die niet opgegroeid zijn met de kerk. Als zij tegen me zeggen dat ze van de liederen en van de middag genoten hebben vind ik dat fijn.” “Als ik naar de predikantsborden in de kerk kijk, verwondert het me wel eens: al zo’n lange tijd een gemeente. Je hoort over het teruglopen van kerkgangers, maar ik denk dat we ook op God moeten vertrouwen en dat Hij voor de gemeente zorgt.”


Dhr. C.S. Kamp: “Vanaf het eerste gesprek neem ik mijn Bijbel mee”
Meneer en mevrouw Kamp hebben op verschillende plaatsen gewoond en leven sinds 2004 mee bij de kerk van Besoyen. Meneer Kamp (1942): “We hebben bij verschillende gemeentes meegeleefd, maar Besoyen voelde als een warme deken. De kleinschaligheid spreekt ons erg aan en we kenden snel veel mensen.” In de functie van ouderling bezocht meneer Kamp al mensen, maar toen hij met deze functie stopte is hij verdergegaan met bezoekwerk. “Ik werk mee aan weeksluitingen in zorgcentrum Samarja en organiseer er bijbelstudies. De mensen die ik daarbij ontmoet zijn niet altijd lid van onze gemeente, maar hebben vaak wel behoefte aan bezoek en zijn dankbaar dat je er bent. Het bezoekwerk doe ik vanuit plichtsbesef en interesse. Vanaf het eerste gesprek neem ik mijn Bijbel mee en vraag ik toestemming om een stukje te lezen. Er heeft nog nooit iemand ‘nee’ gezegd!” Sinds anderhalf jaar volgt meneer Kamp de opleiding tot pastoraal medewerker aan de Driestar in Gouda. “De kennis die ik opdoe is goed om mee te nemen in de gesprekken. De tijd was er eerder niet rijp voor om deze opleiding te volgen, maar nu is het er toch van gekomen. Het bezoeken van de mensen en de gesprekken die ik met hen heb, geven me een dankbaar en voldaan gevoel: je mag werken voor het Koninkrijk van God. Maar tegelijkertijd weet ik: zonder Zijn kracht kan dit werk niet doen.” Meneer Kamp heeft ook belijdeniscatechisatie gegeven aan Marcel Schapendonk, een jonge man uit de gemeente die vanwege een lichamelijke beperking via een computer communiceert. “Dit heeft veel indruk op me gemaakt. Samen met mijn vrouw heb ik intensief contact gehad met Marcel. We hebben met behulp van verschillende middelen gecommuniceerd en zo is Marcel naar het moment van belijdenis doen gegroeid. Na dat proces was het bijzonder zijn belijdenis mee te beleven.” “Dat de gemeente 400 jaar bestaat maakt me extra bewust wat een zegen het is dat we in deze vrijheid gemeente kunnen zijn. In de Bijbelstudie haalde ik pas een voorbeeld aan uit het boek ‘De christenreis naar de eeuwigheid’ van John Bunyan. Als je naar alle onzekerheden van de schrijver kijkt, is het voor ons veel eenvoudiger. Dat besef maakt me dankbaar.”


Jan van Zelst: “Gemeenteleden die in Tôn geweest zijn, willen vaak terug”
Jan van Zelst (1942) is jarenlang bij de diaconie betrokken geweest. Vanaf 1998 zet hij zich in voor de zustergemeente in Tôn, Slowakije. “Ik las in het blad ‘Helpende handen’ van Stichting Hulp Oost-Europa, over de gemeentes daar. Er stonden gemeentes in die contact zochten. Uiteindelijk ben ik met dominee Heutink naar Slowakije gegaan om deze gemeentes te bezoeken.” “Op een avond heb ik onze ervaringen aan de gemeente voorgelegd en nog diezelfde avond hebben we besloten om Tôn te helpen.” Er werd vrij snel een speciale commissie opgezet. “Eerst hebben we geïnventariseerd wat er moest gebeuren, de situatie in Tôn was heel erg. De vloer in de kerk was van zand en de stoelen waren rot. Er zijn in de loop der jaren verschillende groepen naar Slowakije gegaan en uiteindelijk is de kerk helemaal opgeknapt.” Dat verliep niet altijd even makkelijk. “Wat ik bijzonder vind aan dit project, is dat er telkens weer op het juiste moment de juiste mensen en middelen waren. Daardoor was, en is, Gods zegen over het werk echt zichtbaar.” Soms had de commissie ook te maken met een verschil van mentaliteit. “De gemeente in Tôn vindt het wel eens lastig om hulp te aanvaarden. Ze proberen bijvoorbeeld om materiaal zo goedkoop mogelijk aan te schaffen, terwijl het niet duurzaam is. Dat vraagt soms veel gesprekken. Het is goed dat niet alles zomaar aangenomen wordt, maar je komt er toch om hulp te bieden.” Het werken in Tôn heeft ook gevolgen voor de gemeente in Besoyen. Er zijn al veel gemeenteleden naar Slowakije geweest om mee te bouwen. “Dat is een bijzonder gevoel. Wie er ook gaan, het gaat goed met de groep. De mensen die er geweest zijn willen vaak ook terug. Er is verbondenheid, in de gemeente, maar ook met de mensen in Tôn. Met een kleine gemeente aan zo’n project werken, dat is bijzonder.” Jan van Zelst hoort vanaf zijn geboorte al bij de gemeente in Besoyen. “Besoyen trekt nog steeds: we hebben zo’n band met de gemeente. Dat loopt tot generaties terug. Daarnaast is ook de kleinschaligheid prettig.” Als afsluiting geeft hij een bekende groet: “Gottes Segen und Friede.”

image

Dirkje van Heijst: “Het hele jaar werken we samen aan een doel”
Dirkje van Heijst (1946) kwam in Besoyen wonen toen ze in 1970 trouwde. Sindsdien leeft ze mee in Besoyen en is ze is op verschillende manieren betrokken bij de gemeente. Vanaf 1985 is ze bijvoorbeeld lid van vrouwenvereniging ‘Lydia’. Deze vereniging bestaat al zo’n 60 jaar. “Om de twee weken komen we bij elkaar met ongeveer twintig vrouwen uit de gemeente. Als opening zingen we met elkaar, is er een schriftlezing en iemand uit het bestuur verzorgt een meditatie. Het komt ook voor dat we naar aanleiding van een meditatie in discussie gaan.” Iedere twee jaar verzorgt de vrouwenvereniging de kerstmarkt en elk jaar is er een grote verkoping. “We kiezen een doel uit waarvoor we geld inzamelen. Zo hebben we bijvoorbeeld de kanselbijbel laten restaureren, en hebben we gespaard voor de borden waarop de predikanten vermeld staan en de katheder voorin de kerk. We verkopen spullen die we zelf gemaakt hebben. Het hele jaar werken we samen aan een doel. Zo hebben we ook veel spullen gebreid, onder andere voor Roemenië en Malawi. Naast de kerstmarkt hebben we nog een aantal vaste activiteiten, zoals een uitje aan het einde van het seizoen. Ook heb ik een aantal keer een quiz verzorgd tijdens de ledenvergadering. Dat zijn vaste activiteiten, waar toch ook heel wat werk in gaat zitten!” “Het zou fijn zijn als er ook jonge leden bijkomen. Toen ik in 1985 lid werd was ik ook één van de jongsten, maar eigenlijk is het een vereniging voor alle vrouwen vanaf 20 jaar.” Naast de vrouwenvereniging is Dirkje ook al 30 jaar lid van zangvereniging ‘Hallelujah’. Dit is een gemengd koor dat in 2011 zijn 110-jarig jubileum gedenkt. Het bestaat voornamelijk uit gemeenteleden van Besoyen. “We zingen in een aantal diensten in Besoyen, maar ook in verzorgingshuizen en ziekenhuizen. Het repertoire bestaat voornamelijk uit geestelijke liederen, die dirigent en koorleden uitzoeken.” “In de gemeente is er samenwerking. Je komt elkaar bij verschillende activiteiten tegen en bent daarom betrokken bij elkaar. Het jubileum is bijzonder, want er is na zo’n tijd nog steeds een gemeente, ondanks de terugloop van het aantal gemeenteleden.”

image

Hanneke Schilt: “In het welkomstpakket zit onder andere een Bijbel”
Hanneke Schilt (1963) woont in de nieuwbouwwijk Landgoed Driessen en zet zich actief in voor het project ‘Leven in Landgoed Driessen’. “Dit project is erop gericht de onderlinge verbondenheid en de leefbaarheid in onze woonwijk te bevorderen, vanuit het christelijk geloof. Het is goed om in je leefomgeving naar buiten te treden, zodat je je christen-zijn in de praktijk kan brengen. Het project is opgestart door mensen die hier kwamen wonen en vanuit de hervormde gemeente in Sprang en de IZB werkte (toentertijd) evangelist Martin van Dam aan het project.” De projectgroep organiseert verschillende activiteiten, zoals speurtochten voor kinderen en ontmoetingsmomenten voor buurtbewoners. Hanneke: “Nieuwe bewoners krijgen een welkomstpakketje waar verschillende kerken uit de omgeving een bijdrage aan leveren. In dat pakket zit onder andere een Bijbel.” “Een bijzonder project is het aanbieden van bijbellessen op openbare basisschool Villa Vlinderhof. Ouders kunnen kiezen uit algemene vorming of bijbellessen. Het is goed om te zien dat veel ouders hun kinderen toch kennis van de Bijbel mee willen geven, en willen dat ze kennismaken met het christelijk geloof. De serie lessen van vorig jaar sloot precies aan op de musical ‘Jozef, de dromenkoning’, die door Musicalgroep Besoyen uitgevoerd werd.” “Het is niet altijd makkelijk om een nieuwe groep te vormen, omdat niet iedereen behoefte heeft aan veel contact met buurtbewoners of tijd wil vrijmaken voor onze activiteiten”, vertelt Hanneke. Ze vervolgt positief: “Maar door dit project heb ik mensen leren kennen die ik anders niet zo snel ontmoet zou hebben. Dat vind ik heel waardevol. Je wilt een levensstijl delen, met respect voor verschillende visies. Vanuit die houding kun je vertrouwd met elkaar raken en contacten opbouwen en onderhouden.” “Een jubileumjaar is belangrijk om bij stil te staan. Voor mij betekent het dat ik verbondenheid ervaar met verschillende generaties uit het verleden, maar ook in de toekomst. Dit jubileum toont ook Gods trouw. De gemeente in Besoyen trekt ons gezin aan door de kleinschaligheid: het is een voordeel dat je iedereen kent. De keerzijde is dat organisatie van en deelname aan activiteiten vaak op dezelfde mensen neerkomen.”


Joop de Zwart: “De gespreksgroep zorgt voor verbondenheid”
Joop de Zwart (1971) leeft sinds 2000 mee in de gemeente van Besoyen. Hij is dirigent van Musicalgroep Besoyen en organiseert sinds 2009 samen met Bram Schilt de avonden van gespreksgroep ‘Actueel’. “Het is een experimentele gespreksgroep. Er bestond al een bijbelkring en vanuit de gesprekken daar ontstond het idee voor ‘Actueel’. Wij benaderen de onderwerpen via andere wegen dan de traditionele. Tijdens informele bijeenkomsten gaan we op zoek naar antwoorden op de vraag wat mensen drijft. Vorig jaar was ons centrale thema ‘kunst’. Zo hebben we samen een documentaire bekeken over de fresco ‘het laatste avondmaal’ van Da Vinci en hebben we de Mattheüs Passion beluisterd.” “Op dit moment komen we zo’n vijf keer per jaar bij elkaar. We proberen door middel van deze kring een plek te creëren waar mensen iets nieuws vinden. Het leuke aan deze avonden vind ik dat ze gericht zijn op beleving, en daarom past het misschien juist wel zo goed bij de postmoderne mens. De gespreksgroep zorgt ook voor verbondenheid. Je komt elkaar op verschillende plaatsen tegen, maar nu raak je op een andere manier in gesprek. We zijn gefocust op een onderwerp, maar met elkaar een hapje en een drankje nuttigen, is op de ‘Actueel’-avonden net zo belangrijk.” “Deze kerk trekt me door de sociale verbondenheid die ik er heb opgebouwd. Het sympathieke in de gemeente is dat er allerlei mensen in één kerk samenkomen. Er is een traditionele kant, maar ook de ruimte en vrijheid voor een musicalgroep en een gespreksgroep als ‘Actueel’. Mensen zoeken binnen de gemeente contact met elkaar en dat geeft kansen.” “Het is bijzonder dat de gemeente al 400 jaar bestaat. De keerzijde vind ik wel dat het protestantisme zijn oorsprong vindt in een conflict. We moeten daarnaast ook kijken wat de gemeente in de wijk betekent. Vier je het jubileum met de gemeente of worden buurtbewoners zich ook bewust van de aanwezigheid van de kerk en haar jubileum? In deze tijd moeten we als gemeente oog hebben voor wat nodig is, want geloof uit zich in het diaconaat.


Erik en Natasja van de Galiën: “We voelen ons welkom in Besoyen”
Erik (1981) en Natasja (1985) kwamen al een aantal jaren regelmatig in Besoyen en twee jaar geleden sloten zij zich aan bij de Hervormde gemeente. Ze volgden belijdenis- en huwelijkscatechese. In januari 2010 trouwden ze en in datzelfde jaar deden ze samen belijdenis. Natasja vertelt hoe de belijdeniscatechese verliep. “Als rode draad voor de gesprekken gebruikten we het boek ‘Belijden is doen’. Doordat de gemeente in Sprang vacant was, vormden we een groep met een aantal catechisanten uit die gemeente. Het was prettig om te discussiëren met mensen van onze eigen leeftijd. Door de diversiteit van de groep kwamen we op verschillende gespreksonderwerpen; iedereen had zijn eigen verhaal en ervaringen. Erik gaf op een gegeven moment een vergelijking vanuit zijn werk als militair die me bijbleef. Hij zei: ‘Het geloof is als het onderhouden van je kisten. Als iemand nonchalant is en zijn schoeisel niet elke dag verzorgt en controleert, heeft hij op een gegeven moment natte of pijnlijke voeten. Aan je geloof moet je ook elke dag aandacht besteden. Dat voorkomt dat je in een situatie komt dat je denkt ‘had ik er maar meer tijd aan besteed’.” Erik omschrijft wat hij prettig vond aan de catechisatie en aan de belijdenis. “Het was heel persoonlijk. Dat ontstaat door hoe de dominee de dienst leidt, maar ik denk dat het ook wel ‘gemeente-eigen’ is. Ik stond er wel voor de gemeente, maar vooral voor God. Het persoonlijke tijdens de dienst gaf me dat gevoel nog sterker.” Wanneer mensen in Besoyen willen trouwen, volgen zij een aantal keer huwelijkscatechese. “Die ontmoetingen liepen een beetje door de belijdeniscatechese heen: we hadden met de dominee al kennis gemaakt op persoonlijk niveau en gingen bij de huwelijkscatechese in gesprek over hoe we het geloof zagen binnen het huwelijk, en hoe je dat vorm kunt geven. Waar je in belijdeniscatechese ingaat op je persoonlijk geloof, werd dat met huwelijkscatechese uitgebreid naar het gezamenlijke deel in je leven.” “We ervaren de gemeente van Besoyen als hartelijk. Er is openheid en warmte. We voelen ons er welkom. Het ontstaat niet zomaar, maar we voelen ons wel snel opgenomen. Mensen zien elkaar en het voelt als een ‘huiselijke’ gemeente.”


Dennis de Wijs: “We stimuleren de tieners niet-christelijke vrienden mee te nemen”
“Mijn opa en oma gingen al naar de kerk in Besoyen en mijn ouders ook. Ik ga van kleins af aan mee. Dominee Het Lam heeft mij gedoopt en in 2006 heb ik belijdenis gedaan bij dominee Doolaard.” Dennis (1985) is onder meer actief betrokken bij het jeugdwerk binnen de gemeente. “Ik geef nu voor het vierde seizoen leiding aan Rock Solid, een club voor jongeren tussen de twaalf en veertien jaar. Rock Solid is een methode van Youth for Christ die ook gericht is op jongeren die niet bekend zijn met het evangelie, waardoor de avonden laagdrempelig worden.” “Het is ontzettend leuk en uitdagend om met deze tieners om te gaan: ze zitten in een ontwikkelingsproces van kind naar tiener. Toen ik zo oud was ging ik naar de 13+-club. We hadden clubavonden, maar maakten ook uitstapjes en gingen op kamp. Toen was er al een sfeer die ervoor zorgde dat ik niet-christelijke vrienden meenam. Nu stimuleren we tieners om hetzelfde te doen. De mooiste clubavonden zijn die waarin ik duidelijk het gevoel heb dat God aanwezig is en Zijn zegen geeft. Dan ervaar ik ook dat ik de juiste woorden vind om door te geven rondom het thema.” De ervaringen uit zijn eigen jeugd hebben ook nu nog effect: “De clubavonden die ik bijwoonde droegen onder andere bij aan een goede basis. Toen ik wat ouder werd waren er ook andere tijden, maar die basis uit mijn jeugd heeft ervoor gezorgd dat ik weer bewust naar deze gemeente ging. Het is relatief gezien een wat kleinere gemeente waar ik mensen om mij heen heb met wie ik een band heb opgebouwd. Ik voel me geroepen om bij te dragen in verschillende activiteiten en heb het gevoel dat ik dit in deze gemeente ook kan doen.” “De gemeente bestaat nu 400 jaar, maar ik ben me altijd bewust geweest van deze lange geschiedenis. Door de borden waarop de namen van de predikanten vermeld staan, zag ik in dat het bijzonder is dat onze gemeente al zo’n lange tijd bestaat.”

image

Nadine Mesch: “Kinderen kijken op een open manier naar het geloof”
“Ik ben gedoopt in de kerk van Besoyen, door dominee Van Goch.” Nadine (1993) is op verschillende fronten actief in de gemeente. “Sinds een jaar geef ik zondagsschool aan kinderen van vier tot en met acht jaar. Toen ik klein was, ging ik daar zelf ook naar toe. In de loop der tijd is er wel het een en ander veranderd. Vroeger begon de zondagsschool bijvoorbeeld na afloop van de kerkdienst, nu gaan we tijdens de dienst - net voor de preek begint - met de kinderen naar de zondagsschool. We werken met de methode ‘Vertel het maar’: we lezen een bijbelverhaal, zingen en maken een werkje. De spontaniteit en de eerlijkheid van kinderen vind ik erg leuk. Ze kijken op een open manier naar het geloof; het is bijzonder om dat van dichtbij mee te maken. Die spontaniteit zie ik in de zomervakantie ook terug tijdens de Vakantie Bijbel Klub, als we met de tent in de wijk staan. Bijna alle kinderen die daarheen komen, zijn onbekend met het evangelie. Om ze dan het jaar
erna terug te zien en te merken dat ze alle liedjes nog kennen, dat maakt het erg leuk!” Nadine is ook fluitiste bij Musicalgroep Besoyen. “Vanaf de start van de Musicalgroep doe ik mee. Eerst heb ik twee jaar een acteerrol gehad, maar daarna ben ik dwarsfluit gaan spelen. Met de Musicalgroep kun je mensen op een andere manier het evangelie brengen. Er zijn al zo’n 50 optredens geweest, door heel Nederland. We zijn ook een keer naar Antwerpen afgereisd. Soms zitten er wel 400 toeschouwers in de zaal, maar in Antwerpen waren dat er ‘slechts’ veertig. Toch was ook dat optreden fijn, want het publiek was zichtbaar enthousiast en geraakt. De mensen die meewerken aan de musicals vormen een hechte groep, we leven met elkaar mee op alle momenten: mooie, maar ook moeilijke.” Hoe Nadine de gemeente typeert? “Besoyen is een kleine gemeente, maar mensen hebben oog voor elkaar. Iedereen kent elkaar en weet wat er speelt. Het is bijzonder dat de gemeente al 400 jaar bestaat.”

image
UA-61862711-1